Brand in fabriek bracht onherroepelijke verandering

‘Ik was op weg naar huis, toen ik op de luchthaven van Bratislava werd gebeld door mijn bedrijfsleider. “Kijk eens naar de televisie”, zei hij. Het was groot op het nieuws. De timmerfabriek in Licartovce, Slowakije, waar ik vijf jaar van mijn leven in had gestoken, stond in lichterlaaie. Er was geen redden meer aan. Ik weet nog dat ik koel reageerde, bedacht wat er allemaal moest gebeuren, maar de weken erna drong langzaam tot me door dat er iets onherroepelijks was gebeurd.’
‘Ik heb altijd al ondernemerszin gehad. Tijdens mijn studie bestuurskunde heb ik in Moskou mijn afstudeerscriptie gemaakt, over de vorming van een commercieel bankensysteem. Voordat ik als trainee bij KPN aan de slag ging, heb ik nog in Londen en Chicago gestudeerd. Toen ik erachter kwam dat er toch een dikke leemlaag in dat bedrijf zat, wat mijn plezier in het werk een beetje bedierf, ben ik rond het jaar 2000 met twee maten voor mezelf begonnen. Eerst een soort incubator, die andere starters zou helpen, later parallelimport voor nieuwe auto’s via internet. Leuke ideeën, maar we waren gewoon te vroeg.’

‘In die tijd liet ik mijn huis verbouwen door een paar Slowaken, en een van hen vroeg me of ik niet iets in Slowakije wilde beginnen. Dat zette me aan het denken. Ik ben me erin gaan verdiepen, ben mee geweest met handelsmissies naar Polen en Roemenië, en kwam erachter dat daar nog een traditionele maakindustrie bestond. Er was in de decennia ervoor veel werk uitbesteed aan Azië, maar sommige dingen laten we hier toch liever iets dichter bij Nederland maken. Toen ik op een gegeven ogenblik voor een paar ton die kozijnenfabriek in Licartovce kon overnemen, heb ik dat gedaan zonder zelfs maar met mijn vriendin te overleggen. Dat verwijt ze me nu nog wel eens.’
‘Mijn vrouw en zoontje zag ik nauwelijks’
‘Ik heb mijn hypotheek verhoogd en ook nog geld geleend van mijn ouders. Het bedrijf liep goed, maar ik zat wel twee tot drie weken per maand dáár. Ik huurde een flat vlak bij de fabriek. Om versneld te groeien, nam ik in Nederland nog een timmerfabriekje en in Slowakije een producent van eiken vloerdelen over. Ik heb bikkelhard gewerkt. Mijn vrouw en zoontje zag ik nauwelijks. Achteraf gezien heb ik alles en iedereen opgeofferd om maar zo snel mogelijk financieel onafhankelijk te worden. Niet zozeer vanwege het geld, maar ik dacht dat ik dan vrijheid zou hebben om te doen wat ik wilde. Als een kunstenaar.’
‘Achteraf gezien heb ik alles en iedereen opgeofferd om maar zo snel mogelijk financieel onafhankelijk te worden’
Guido van Staveren van Dijk
‘Toen ik zag hoe de fabriek afbrandde, op 26 maart 2007, vroeg ik me meteen af of ik de levering van bestelde kozijnen zou kunnen uitstellen, of de fabriek in Nederland de order misschien zou kunnen overnemen. Maar ik merkte snel dat alles op zo’n moment in elkaar stort. De verzekering betaalt niet uit en de deurwaarders staan binnen no-time op de stoep. Dankzij het Nederlandse fabriekje kon ik de hypotheek blijven betalen, maar uiteindelijk ging alles failliet. Ik had alleen dat Slowaakse vloerenbedrijf nog.’

‘Hoe meer ik erover las, hoe bozer ik werd’
‘Ik had na die brand nergens meer zin in, alles voelde loodzwaar aan, alsof de accu bijna leeg was. Achteraf gezien zal het wel een burn-out geweest zijn. Die droom van financiële onafhankelijkheid heb ik opgegeven. Ik besefte dat ik mijn geluk moest vinden in de dingen waar ik dagelijks mee bezig was. Ik heb dat Slowaakse bedrijfje verkocht en ben iets nieuws begonnen.’
‘Via Renzo Martens, een bevriende documentairemaker, raakte ik betrokken bij diens Institute of Human Acticvities, een organisatie die kunst gebruikt om de lokale economie van Congo aan te zwengelen. Ik merkte dat veel ontwikkelingslanden geen geld verdienen met eigen productie, maar met ontwikkelingsgeld. Dat werkt averechts. De koffieteelt bijvoorbeeld, maakt producerende landen eerder armer dan rijker. Hoe meer ik erover las, hoe bozer ik werd. Dat heeft mij er uiteindelijk toe aangezet om met een lokale partner een koffiebranderij in Ethiopië op te zetten. Het gaat namelijk niet om fair trade, eerlijke handel, maar om een fair chain, een eerlijke keten. Het gaat goed. Nu we zo’n drie jaar bezig zijn, heeft Moyee Coffee al een omzet van €1,5 mln. Rijkman Groenink is een van de investeerders.’
‘Mijn vrouw wilde niet mee naar Slowakije’
‘Een keer of zes per jaar ga ik voor een weekje naar Ethiopië. Is dat genoeg? Soms voel ik me bijna schuldig dat ik tegenwoordig voor mijn gezin kies. Doe ik er wel alles aan om Moyee succesvol te maken? Ik heb er wel eens over gedacht om met het hele gezin, met mijn vrouw, onze zoon en onze dochter, naar Ethiopië te trekken. Destijds wilde mijn vrouw niet mee naar Slowakije. Dat vond ze te ver weg. Maar tegen het plan om naar Ethiopië te gaan, heeft ze nog geen nee gezegd.’
Lees meer op: https://fd.nl/profiel/1177015/brand-in-fabriek-bracht-onherroepelijke-verandering